Checklist: soorten advies

Hoe beter een ondernemingsraad functioneert, des te meer adviezen hij verstrekt. Daartegenover staat de OR die uitsluitend adviseert als hem daarom wordt gevraagd. In het laatste geval bestaat er vaak maar één soort advies: het positieve advies. Maar er zijn meer soorten dan menig OR zich realiseert. Daarom in deze checklist een overzicht van alle schriftelijke adviesmogelijkheden.


Het meest bekende advies is het positieve advies op een verplichte adviesaanvraag van de bestuurder. Dat is tegelijkertijd het minst waardevolle advies. Feitelijk zegt uw OR daarmee: “Toe maar, het is een goed plan.” De OR maakt zichzelf daarmee tot een keuringsinstantie die een stempeltje drukt op het plan van de ander. Dat is een veilige manier van functioneren; je loopt er weinig risico mee. Maar uw achterban zal weinig resultaten van het OR-werk zien.
Het kan ook anders.

1. Gevraagd

De Wet op de ondernemingsraden (WOR) legt een vangnet onder de praktijk van de medezeggenschap. Dat blijkt onder meer uit artikel 25 van deze wet. Daarin staat een opsomming van de voorgenomen besluiten waarover eerst uw advies moet worden ingewonnen. Een advies dat bovendien terdege en aantoonbaar moet meewegen in het definitieve besluit. Een bestuurder die vroeger uw schriftelijk advies wil inwinnen kan in de knel komen door de inhoudseisen die ditzelfde artikel stelt aan de adviesaanvraag: een gedetailleerd inzicht in de personele gevolgen en de daartegen te nemen maatregelen. Als het nog gaat om beleidsvorming is er niet eens sprake van een voorgenomen besluit. Toch kan hij dan prijs stellen op uw schriftelijke mening en daarom vragen buiten het kader van artikel 25.

2. Niet

De bestuurder mag dan in bepaalde gevallen verplicht zijn om uw advies te vragen, uw ondernemingsraad is nooit verplicht daarop in te gaan. U kunt altijd besluiten om niet te adviseren. Dat zal in veel gevallen geen aantrekkelijke optie zijn, maar soms is het onderwerp waar u zelf mee bezig bent in de ogen van de raad belangrijker dan de kwestie die de bestuurder u voorlegt. Een eenvoudig briefje waarin u bedankt voor de adviesaanvraag en meedeelt daar niet aan toe te komen, is dan voldoende. Bedenk wel dat u daarmee de bestuurder alle ruimte geeft om zijn eigen gang te gaan.

3. Ja/nee

In sommige overduidelijke gevallen kan uw antwoord op het gevraagde advies een simpel ‘ja’ of een onderbouwd ‘nee’ zijn. Meestal doet u daarmee uzelf en uw achterban tekort. Een voorgenomen besluit is zelden puur slecht of uitsluitend goed. Doorgaans zitten er goede en minder goede kanten aan. In dat geval kunt u zich beter onthouden van een eindoordeel en gerichte adviezen geven op die aspecten waar u graag verandering in ziet. Sommige bestuurders proberen die weg tevoren af te snijden door te vragen om ‘uw positief advies’. Maar daar hoeft u niet in mee te gaan. De beoordeling van uw advies in termen van positief of negatief kunt u ook overlaten aan de ontvanger.

4. Voorwaardelijk

Een tussenweg is nog het ‘ja, mits’- en het ‘nee, tenzij’-advies. Dat is niet zonder risico, met name de eerste vorm. Als uw bestuurder in zijn definitieve besluit na wat vage toezeggingen over uw voorwaarden concludeert dat de OR het dus eens is met zijn plan, dan is dat feitelijk juist. Maar was dat wel uw bedoeling? Anders dan bij het instemmingsrecht is er bij het gevraagd adviseren geen verplichting om het plan goed of af te keuren.

5.  Inhoudelijk

Het sterkste advies dat u uit kunt brengen is inhoudelijk van aard. U laat de bestuurder daarbij weten wat u hem aanraadt ten aanzien van voor de OR relevante punten in zijn plannen. U hoeft niet op alle aspecten in te gaan; kunt zich beperken tot die zaken die u die extra aandacht waard vindt. Uw bestuurder zal over elk van die deeladviezen moeten aangeven wat hij ermee gaat doen.

6. Ongevraagd

Het sterkste advies is ongetwijfeld het advies dat u uit eigen initiatief uitbrengt. U doet dat, als het goed is, al regelmatig mondeling in de overlegvergaderingen, maar soms kunt u uw mening en aanbevelingen extra kracht bijzetten door daar schriftelijk over te adviseren. Op grond van artikel 23 WOR moet uw bestuurder daarover een beargumenteerd besluit nemen. Voel u ook hier vrij om een voorstel op hoofdlijnen te doen of een meer uitgewerkt voorgenomen besluit voor te leggen.

Eerder gepubliceerd in OR Rendement