Checklist: faillissement

Het is niet te hopen dat u ermee te maken krijgt, maar in 2014 zijn er wel ruim  5.000 ondernemingen in Nederland failliet gegaan, exclusief eenmanszaken. De invloed van de ondernemingsraad in een proces dat leidt tot faillissement en de periode daarna is beperkt, maar er zijn mogelijkheden. Welke zijn die en hoe maakt u daar optimaal gebruik van?

Helaas komt het heel veel voor dat de OR niet ziet aankomen dat het mis gaat. De bestuurder heeft er alle belang bij de toekomst niet al te somber af te spiegelen. Al is het maar om het opstappen van onmisbare werknemers te voorkomen. Doorgaans zal hij ook alles in het werk stellen om het bedrijf van de ondergang te redden. Het ophouden van de schijn hoort daarbij.

1. Signalen

Toch ontvangt u signalen als het bedrijf kopje onder dreigt te gaan. De cijfers zijn verontrustend, er wordt op allerlei manieren bezuinigd en vaak zijn er inkrimpingsoperaties die worden ingegeven door teruglopende omzet. Goede ideeën vanuit uw OR zijn dan meer dan welkom. De mensen die u vertegenwoordigt zijn dagelijks bezig met bedrijfsprocessen en weten waar de knelpunten zitten en verbeteringen mogelijk zijn. Uw OR is uitstekend geschikt om die ideeën te inventariseren, in onderlinge samenhang te brengen en als evenzovele voorstellen in het overleg met de bestuurder te brengen.

2. Uitstel

Als de ondernemer in betalingsproblemen komt, maar denkt daar op termijn weer aan te kunnen voldoen dan kan hij uitstel (surseance) van betaling aanvragen bij de rechtbank. Hij hoeft daarvoor niet uw advies in te winnen maar uw OR kan er wel verzet tegen aantekenen. Bij verlening van het uitstel hoeft de ondernemer zijn schuldeisers een tijd lang niet te betalen. In die tijd kan hij met ze onderhandelen over een betalingsregeling en intern orde op zaken proberen te stellen. Bij dat laatste moet hij gewoon de verplichtingen vanuit de WOR naleven en u dus zo nodig wel om advies of instemming vragen bij concrete plannen. Een door de rechtbank aangewezen bewindvoerder kijkt over de schouders van de bestuurder mee om ervoor te zorgen dat de belangen van de schuldeisers niet worden geschaad.

Als dat nog niet is gebeurd is het voor de OR zaak om nu ook contact met de vakbonden te leggen die leden in de onderneming hebben. En met de toezichthouder.

3. Faillissement

Als er geen akkoord met  de schuldeisers komt, en dat is helaas meestal het geval, dat gaat het uitstel van betaling over in een faillietverklaring. Dit moet ook worden aangevraagd bij de rechtbank, door schuldeisers of door de ondernemer zelf. Ook voor deze aanvraag is uw adviesrecht niet van toepassing al kunt u zich er wel tegen verzetten. In plaats van de bewindvoerders komen er nu curatoren die de ondernemer buiten spel zetten. De taak van de curator is het afwikkelen van de onderneming en daarbij de belangen van de schuldeisers zo goed mogelijk behartigen. Daarbij moet hij de rol en rechten van de OR respecteren al kan hij zich daarbij beroepen op de noodzaak snel tot besluiten te komen. Als het de curator lukt met de schuldeisers tot een akkoord te komen dan kan de onderneming – na uw advies – in afgeslankte vorm voortbestaan. Dat afslanken betekent wel gedwongen ontslagen, en bij meer dan twintig het erbij betrekken van de vakbonden.

4. Doorstart

Als het de curator lukt de onderneming te laten overnemen door een andere ondernemer dan gaat het personeel niet automatisch mee. Er is bij faillissement namelijk geen sprake van overgang van onderneming. Dat betekent dat de nieuwe ondernemer zelf kan bepalen welke werknemers hij opnieuw in dienst neemt.  Gebruik hier uw adviesrecht om eerlijke criteria op te stellen voor de selectie van werknemers. Het UWV betaalt aan het ontslagen personeel het achterstallig loon (maximaal drie maanden) en de openstaande vakantiedagen van het laatste jaar.

5. Pre-pack

Sinds 2011 wordt er in Nederland met toestemming van de rechtbank geëxperimenteerd met een ‘pre-packaged deal’, een al voor het faillissement voorbereide doorstart van (delen van) de onderneming. Een dergelijk flitsfaillissement beperkt de schade aan de goodwill, het personeelsbestand en de klanten, maar gaat ook ten koste van de toch al beperkte invloed van vakbonden en ondernemingsraad. Een wet die deze vorm van doorstart algemeen mogelijk moet maken is in voorbereiding.