Roofridders en frontsoldaten
'Roofridders en frontsoldaten'. Dat is de titel van een hoofdstuk uit het boek 'het Dodo effect’ van Gyuri Vergouw Een boek waar ik in een eerdere column al aan refereerde. Deze passage wil ik je niet onthouden:
‘Voor veel Nederlanders blijft het onbegrijpelijk dat de bonuscultuur in de financiële sector een onuitroeibaar fenomeen blijkt te zijn, terwijl de banken en de verzekeraars met de steun van dezelfde Nederlanders overeind gehouden moesten worden. De managers konden daarbij ‘ondernemen’ zonder daarbij zelf risico te lopen Integendeel klanten, aandeelhouders en belastingbetalers waren degenen die het risico liepen. Tegelijkertijd worden verplegers, politieagenten, vuilnismannen, conducteurs, onderwijzers en leraren financieel kort gehouden Het lijkt een onmogelijk uit te leggen situatie die tot maatschappelijke onrust leidt en die binnen en buiten organisaties tot scheve ogen aanleiding geeft’ (pag. 44/45)
Deze passage is uit mijn hart gegrepen. Vergouw stelt echter ook; 'Juist omdat het onderbuik gevoel bij deze discussies vaak overheerst blijkt het een lastig onderwerp te zijn’. Dat herken ik zeker, ik moet mij vaak bedwingen om mijn (salon)socialistische idealen niet volop te etaleren als er weer een dergelijke discussie bij de borrel ontbrandt.
Vergouw refereert aan onderzoek over deze kwestie. Wereldwijd vinden mensen dat topmanagers ongeveer 4 a 5 keer zoveel mogen verdienen als ongeschoolde werknemers. Er zijn echter grote verschillen. Denen zeggen 2 maal, Amerikanen 6,7 maal. ‘De werkelijke cijfers zijn een ander verhaal. De Deense topmanagers verdienen 48 maal zoveel, de Amerikaanse zelfs 354 keer zoveel; Kortom we denken dat het wel meevalt, maar blijkbaar is ons zicht op wat topmanagers verdienen vertroebeld door onze verwachtingen. Of misschien interesseert het ons toch minder dan verwacht. We klagen erover, maar juist door het onvermijdelijke ervan en de enorme verschillen ervan achten we concrete actie bij voorbaat kansloos (Vergouw refereert hierbij aan onderzoek van Gavet in 40 landen. Nederland deed niet mee pag. 45/46).
Als we nu naar onze actualiteit bv. de gang van zaken rondom ING topman Hamers in Nederland kijken heb ik niet veel illusie. Van der Veer (president commissaris) stelt dat hij de beloningsverhoging zou hebben afgestemd met Financiën. Volgens Minister Hoekstra is met ING, toen het concern nog staatssteun kreeg, inderdaad besproken dat er onder andere naar Europese ondernemingen moest worden gekeken als benchmark voor de igen beloning. Maar de Minister vindt niet dat dat acht jaar later nog onverkort kan worden toegepast (Bron: FD) Zal wel, wij zaten daarbij niet aan tafel…
Ons kabinet weigert overigens rechtstreeks in te grijpen in de vaste beloning van bankiers, ondanks de grote politieke ophef over het salarisvoorstel voor ING topman Hamers. Dit schreef minister Hoekstra aan de kamer. Hij volgt daarmee de lijn van zijn voorganger Jeroen Dijsselbloem (PvdA) die afzag van een politiek veto nadat de Raad van State had gewaarschuwd dat direct ingrijpen in het toegekende vaste salaris in strijd zou zijn met het ‘recht op eigendom’ in het Europese Verdrag voor de Rechten van de Mens. (bron FD) Dat zal ook wel…
Hoekstra vindt het beloningsbeleid ‘primair’een verantwoordelijkheid van de raad van commissarissen en in hun verlengde: de aandeelhouders. Maar hij gaat wel onderzoeken of het mogelijk is om een deel van de vaste beloning als er staatssteun moet worden gegeven. “Hierdoor worden bestuurders persoonlijk verantwoordelijk gehouden als de belastingbetaler (mede) opdraait voor verliezen van falende banken’ stelt hij. De Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) vindt aanvullende wetgeving ‘overbodig’. Ook de verzekeraars, op wie de beloningswetgeving eveneens van toepassing is, zien geen reden voor nieuwe maatregelen. ‘Als het stof is neergedaald kunnen we er nog eens naar kijken’,
Hoekstra stelt overigens “voor de zomer’ een evaluatie van de effecten, neveneffecten en uitvoerbaarheid van de huidige wetgeving voor bankiersbeloningen voor.
Maat Theo stelt ‘Er wordt blijkbaar veel gedroomd over het Grote Geld en wie deze droom werkelijkheid ziet worden door een stevige prijs van de Staatsloterij of een exorbitante beloning voor zijn arbeidsinspanning die grijpt dat met al zijn handen aan. Toch mag ik me graag afvragen of geld wel zo gelukkig maakt.
Hoe moet dat als ik opeens miljonair word? Weggeven, zegt u? Zeker, graag, maar aan wie? Dan blijkt het opeens weer veel te weinig. Dan moet er gekozen worden: wie wel, maar vooral wie niet? Slapeloze nachten zou het me opleveren.
Maar de grijpgrage graaiers zitten daar niet mee. Zij spiegelen zich aan degenen die nog meer geld naar binnen harken. Hun perspectief is wezenlijk anders. Ook dat zagen we in de affaire Hamers. Ze kijken naar boven en niet naar beneden.En die mensen geven we managementverantwoordelijkheid? Die laten we honderden of duizenden werknemers aansturen? Daar zijn ze toch bewezen ongeschikt voor? Ze kunnen niet naar beneden kijken. Alsjeblieft, laat ze gaan. Geloof me, we zijn beter af zonder dit asociale menstype” Uit mijn hart gegrepen.
Ik denk trouwens dat ik per ommegaande lid wordt van het Socialistisch bejaardenkoor ‘De eerlijke strijd’. We zoeken trouwens dringend versterking om de Internationale te oefenen…