Feestdagen, reorganisatie, koffie en snert

Het gebeurt wel vaker; zo aan het eind van het jaar komt er een voorgenomen besluit om te reorganiseren. Niet dat deze nog niet in de pen zat, Maar, na uitstel van het besluit, wordt net voor de feestdagen deze onheilstijding gebracht. Zo ook nu.
Het gaat om relatief veel personen, één van de bedrijven staat ook nog eens in een regio waar ander werk maar dun gezaaid is. Bovendien werken de mensen nogal lang bij het bedrijf, tegen een goed loon en hebben ze – gemiddeld gezien – een hoge leeftijd.

Leiden in last

Na zo’n aankondiging is Leiden in last. Het voornemen wordt globaal aan alle werknemers bekend gemaakt. De medezeggenschap moet daarover adviseren, voor specifieke onderdelen van de adviesaanvraag geldt geheimhouding. De raad huurt deskundigen in, waaronder ondergetekende. Een periode van grote onzekerheid voor de medewerkers is aangebroken, Zit ik erbij of niet?

Ben ik het?

De medezeggenschapsleden weten meer, maar een aantal van hen weten ook niet zeker of ze de dans gaan ontspringen. Een aantal gaan er op basis van het voorgenomen besluit wel vanuit dat ze ontslag krijgen. Dat heeft onder meer te maken met zogenoemde ‘unieke’ dan wel ‘uitwisselbare’ functies en de afdelingen waarin ze werken. Hoe ga je met deze kennis om als medezeggenschapslid?
Er moet onderhandeld worden over een Sociaal Plan. Dit zal de bond gaan doen. Een aantal medezeggenschapsleden zijn echter ook kaderlid en vanuit die hoedanigheid betrokken bij de onderhandelingen. Zoals te doen gebruikelijk liggen de opvattingen over de hoogte van de voorgestelde vergoedingen (ver) uiteen: transitievergoeding (veel lager) of toch de kantonrechtersformule? Van ‘werk naar werk’ is het beste natuurlijk, maar is dit reëel? Is omscholing een optie? Welk outplacementbureau in de arm te nemen? En als er in de regio geen (geschikt) werk is? Verhuizen dan maar?
Vele onzekerheden en vragen om over na te denken… Het erge is dat je niks zeker weet, behalve dat er gereorganiseerd wordt.

Achterbanraadplegingen

Aan het begin van het nieuwe jaar vinden er leden- en achterbanraadplegingen plaats. De medezeggenschap wacht met adviseren totdat de onderhandelingen over het Sociaal Plan zijn afgerond. De werkgever heeft al aangegeven het reorganisatietraject en het traject om te komen tot een Sociaal Plan als gescheiden trajecten te zien. Hoe houden we de gelederen gesloten? Tot hoever zijn de medezeggenschapsleden en de bondsleden bereid te gaan?

Ik mag blijven…

En voor de mensen die (mogen) blijven? Biedt de nieuwe koers van de organisatie enige kans op succes? Waar zou dat dan uit moeten blijken? Is de koers goed doordacht? Biedt deze vertrouwen? Kunnen we nu dan wel de concurrentie aan? Prognoses blijven immers maar prognoses… Hoe zeker zijn de vooruitzichten dan? Kunnen de blijvers de organisatie goed draaiende houden terwijl er zoveel (cruciale) banen gaan verdwijnen? Wordt er voldoende geïnvesteerd?

Snert als schrale troost

Tijdens dit traject zullen er naar verwachting vele (voorlopige) standpunten worden ingenomen en vele dilemma’s (voorlopig) worden besproken en opgelost.
Het minste wat wij (mijn vrouw Gerda en ik) daarnaast kunnen doen is de wens voor snert tijdens de lunch in mijn cursusruimte onverkort te honoreren.