Met je poten in de moerassige polder: het moet niet gekker worden!
Ik las onlangs een artikel in het FD met als titel “Werkgever gaat zieltjes winnen voor leeglopende vakbonden”. Werkgevers moeten zich inspannen om de leegloop van de vakbeweging te helpen stoppen. Er komen experimenten bij bedrijven om de vakbonden actief te promoten onder nieuwe werknemers door flyers te verspreiden en proeflidmaatschappen aan te bieden tegen gereduceerd tarief. Bij succes kan een landelijke uitrol volgen”. “Het moet niet gekker worden!” dacht ik direct, “zijn we als vakbonden al zover afgezakt? Even verder lezen…”
Algemeen directeur Harry van der Kraats van werkgeversvereniging AWVN maakt zich zorgen over het afbrokkelende draagvlak van vakbonden. Bovenstaand voorstel van de AWVN maakt onderdeel uit van plannen om de arbeidsmarkt en het stelsel van sociale zekerheid te verbouwen. “Het is ook in het belang van het bedrijfsleven een kritische vakbond als gesprekspartner te hebben, en om te voorkomen dat het draagvlak onder de cao wordt weggeslagen”.
De voorkeur om met een vakbond aan tafel te zitten duurt echter niet oneindig. “Je moet het eerst proberen met de vakbond, maar als dat niet kan, kun je ook uitwijken naar een ondernemingsraad, een bedrijfsbond of zelfs nieuwe vormen, zoals PO in actie”
Als alternatief voor het traditionele cao-overleg stelt de AWVN ook voor te experimenteren met zogenoemde voorverkiezingen. “Werknemers zouden voorafgaand aan de onderhandelingen over arbeidsvoorwaarden online kunnen kiezen door welke partij zij zich willen laten vertegenwoordigen. Aan elke stem hangt een bedrag, bijvoorbeeld een tientje, waarmee de gekozen partij deels wordt gefinancierd”
Ik begin het geloof ik te snappen… De gedachtegang van de AWVN is sympathiek maar niet zonder eigenbelang. De AWVN wedt namelijk op meerdere paarden tegelijk. Het primaat van de vakbonden om te onderhandelen verdwijnt. Als het niet lukt om met een professionele grote vertegenwoordigende vakbond aan de onderhandelingstafel tot overeenstemming te komen, zijn de andere mogelijkheden een optie.
Werknemers kunnen zelf kiezen wie hen vertegenwoordigt… Maar hoe vrij is die keuze? Wat doen we als bijv. een vakbond te kritisch is in de ogen van de werkgever? Nu is het al mode om een kritische vakbond uit te sluiten en met gematigder kleinere vakbonden een cao af te sluiten of als dat ook niet lukt met de COR of OR. Ook is het mode om als werkgever vrije lijsten te stimuleren en te ondersteunen. NS Reizigers is daar een mooi voorbeeld van. Een race naar de bodem wat mij betreft…
Aan de andere kant… Hoe representatief zijn vakbonden eigenlijk nog? Het gemiddelde vakbondskaderlid dat ik ken is boven de 50, man, wit, langjarig actief in de medezeggenschap en (veel te) zwaar. Zo’n beetje zoals ik eigenlijk. Je kunt je dan de aantrekkingskracht op nieuwe leden hardop afvragen… Ik vraag me af of flyers en gereduceerd tarief zullen helpen om jonge zwarte, vrouwen die onlangs actief zijn geworden in de medezeggenschap aan je te binden.
Maar wordt het niet eens tijd dat de gemiddelde werknemer zichzelf aan zijn haren uit de klei c.q. het moeras omhoogtrekt door gewoon lid te worden van en actief te worden binnen een vakbond van zijn/haar keuze? Daar hebben we geen werkgever voor nodig toch? Gewoon klassiek onderhandelen, kijken wat ons bindt en het over de verschillen eens worden? Verplicht invoeren van het vak ‘Geschiedenis van de vakverenigingen’ op de middelbare school om te laten zien hoe de wereld eruitzag (in Nederland) en in sommige delen van wereld eruitziet als er geen vakbonden actief zijn?
Dat (mogelijke) onderdeel van het plan van de AWVN juich ik van harte toe.