Geuzenbrief-een-euro-op-zijn-kant

2020: een euro op zijn kant

Als je een euro bij de tos opgooit is er 50% kans dat hij op kop of munt valt. Als je de juiste kant gekozen hebt, mag jij beginnen. Zo kijk ik ook naar 2020: 50% kans dat dit jaar de voor- of achterzijde gaat belichten.  Wie begint? Een aantal voorbeelden om dit te verduidelijken.

Dubbele moraal: eenvoudig of juist niet?

Neem duurzame inzetbaarheid: hoe eenvoudig is het om werknemers enerzijds ‘achter hun vodden te zitten’ om op ongezonde tijden te werken. Het bedrijf c.q. de klant vraagt het immers, nietwaar?  En anderzijds om medewerkers, in het kader van vitaliteitsbeleid, op bepaalde dagen geen kroketje meer te gunnen in de bedrijfskantine. Want medewerkers moeten immers bewuster omgaan met hun gezondheid en levensbestendiger keuzes (leren) maken.  Nu kun je natuurlijk zeggen dat heeft niks met elkaar te maken, maar is dat ook zo?

Ander voorbeeld: maatschappelijk verantwoord ondernemen. Hoe overtuigend is het om werknemers ‘achter hun vodden te zitten’ om zich ’MVO te gedragen’ terwijl de top van het bedrijf wel erg veel meer blijft verdienen dan de laagstbetaalde? Of als werknemers min of meer worden gedwongen om gezonder te leven, bewuster te reizen  (per fiets of trein) terwijl directieleden ’s morgens hun leaseauto op de gereserveerde parkeerplek kunnen zetten? De directie is immers ’s ochtends om half acht in hun zoevende elektrische auto gestapt terwijl de Jan de arbeider ’s ochtends om kwart over vier met moeite zijn vervuilende benzineauto aan de praat krijgt?

Of dat er geen afscheid wordt genomen van het bonussysteem waarbij de happy few tonnen geld incasseert over winsten die waarschijnlijk door het jongere klootjesvolk, hopelijk in vaste dienst, bij elkaar is gebuffeld.

Nu kan het natuurlijk ook zo zijn dat mensen die moeite hebben om (financieel) het einde van de maand te halen minder denken aan het einde van de wereld, maar is dat ook zo?

Wens- en doemdenken: ‘Puinhopen zien en zingen van mooi weer’ ( Martinus Nijhoff)

Natuurlijk zijn gezondheidsbeleid en maatschappelijk verantwoord ondernemen belangrijke thema’s waar, wat mij betreft, niet genoeg aandacht aan kan worden besteed. De aarde moet leefbaar blijven en medewerkers moeten zo fris en fruitig mogelijk hun pensioenleeftijd kunnen halen. Het zou daarom mooi zijn om naast een circulaire bedrijfsvoering duurzaam inzetbare werknemers te hebben en óók nog geld te verdienen

Je moet ook ergens beginnen. Wat is dan gemakkelijker om eerst het laaghangende fruit te plukken? Dan zijn we al aardig op weg nietwaar? Wat ik echter mis is dat werkgevers, voor medewerkers merkbaar, tegengas geven aan klanten. Het lijkt wel of de klantwens alleen maar zaligmakend is, niet klantgericht maar klantgezwicht.

Aan de andere kant: er moet wel wat gebeuren, niet alleen praten over… Nota’s genoeg maar te weinig concrete acties. Toch niet alleen maar beleid voor de bühne vormgeven? Veel prachtige doelstellingen hebben immers zo’n lange tijdslijn dat de daarvoor verantwoordelijken al lang met pensioen zijn.

Alleen in vrijheid vindt vernieuwing plaats

Daarnaast mag je van werknemers verwachten dat zij ook hun bijdrage leveren om zo fit en gezond mogelijk te leven. De vraag is waar de grens ligt. Dreigt verantwoordelijk werken en leven niet een dwangmatig karakter te krijgen als bedrijven hun werknemers steeds meer opzadelen met verboden en geboden? Zoals de baas van softwareleverancier Afas, die onlangs in het FD zei dat rokers niet te hoeven solliciteren bij zijn onderneming.

Uitknop van het ongebreidelde kapitalisme.

Ik wens iedereen een 2020 toe waarbij we dichter in de buurt komen van de uitknop van het ongebreidelde graaien en geld verdienen en hoop dat iedereen daar op zijn manier een bijdrage aan zal leveren.