Let op het gedoe
Vorige maand verscheen het rapport van de parlementaire ondervragingscommissie Kinderopvangtoeslag ‘Ongekend onrecht’. Onmiddellijk opgevraagd en de 133 pagina’s doorzocht op de termen ‘OR’ en ‘ondernemingsraad’. En jawel hoor, niet één treffer. Zouden ze op de afdeling Toeslagen geen ondernemingsraad hebben? Indien wel, waar houdt deze zich mee bezig? Met de kerstpakketten of met het strategisch beleid?
Tijdens het werk van de commissie hebben we inzage gekregen in de onterechte fraudeverdenkingen tegen 26.000 ouders en de daaraan verbonden snoeiharde aanpak. De ouders kwamen daardoor niet alleen in grote financiële problemen maar kregen ook nog het stempel van fraudeur opgeplakt en een registratie bij het BKR. Er zijn gezinnen ontwricht en levens verwoest.
Gehoord
Natuurlijk deugde de wetgeving gebaseerd op wantrouwen en harde aanpak niet. En inderdaad zijn de signalen over ongewenste effecten stelselmatig genegeerd en gebagatelliseerd. Maar dat alles neemt niet weg dat er bij de uitvoering door medewerkers willens en wetens mensen in de ellende zijn gestort. Tijdens het uitvoeren van genadeloze protocollen, het toepassen van onduidelijke algoritmen en bij een schrijnend gebrek aan handelingsvrijheid. Ik neem onmiddellijk aan dat er veel uitvoerders slapeloze nachten hebben gehad en met elkaar hebben gesproken over wat zij in hun dagelijkse werk meemaakten. Zelf konden ze daar weinig tot niets aan doen. Orders van hogerhand. De OR kan daar wel wat aan doen. De leden zijn wettelijk beschermd tegen ontslag en andere benadeling. Zij kunnen de kat de bel aan binden. Waarom heeft de commissie de voorzitter van de OR niet gehoord?
Onbenullig
Ook zonder gehoord te worden kan de OR zichzelf laten horen. Dat lijkt evenmin te gebeuren bij gemeentes waar de ‘klantmanagers’ van de sociale diensten net zo verpletterend op de uitkeringsgerechtigden zitten als bij Toeslagen. Of bij het UWV waar ook regelmatig gesold wordt met WW-uitkeringen. Wat is het vertegenwoordigende karakter van een ondernemingsraad die niet weet wat er op de werkvloer speelt? Of dat niet wil weten omdat hij al te dicht tegen het management aanschurkt? Of bemoeien deze OR-en zich alleen met kerstpakketten en het aanbod in de bedrijfskantines?
Voetje
Het is grotendeels om deze reden dat ik me van aanvang af heb verzet tegen het streven naar een strategische OR zoals door Rienk Goodijk en de zijnen sinds de jaren 90 wordt gepropageerd. De OR wordt daarbij opgeroepen zich professioneel te gedragen, de zorg voor de praktijk (door RG ‘het gedoe’ genoemd) aan anderen over te laten en zich te presenteren als gesprekspartner voor het management op strategisch beleidsniveau. Omdat de WOR de OR daar niet of nauwelijks bevoegdheden voor toekent, moet de OR zich deze positie verwerven door een wit voetje te halen bij de bestuurder en de toezichthouder. Dat is niet te combineren met de vertegenwoordigende rol die overigens wel in de wet is vastgelegd. Het gevolg is dat de OR van zijn achterban vervreemdt en zelfs eisen gaat stellen aan nieuwe kandidaten.
Ik wil maar zeggen: schoenmaker blijf bij je leest en let toch vooral op de uitvoering, zeg maar op het alledaagse gedoe.