Zo kan het ook

In het kennismakingsgesprek met de directeur, ter voorbereiding van de OR-training, spreek ik over nut en waarde van de medezeggenschap en de invloed daarvan op de omgangsvormen in de organisatie. We hebben het over gepaste afstand en nabijheid tussen OR en directie. Het is een kwestie van fine tuning.

Waar ligt de grens

Het bepalen van de grens is een dynamisch gegeven dat beide partijen met elkaar afspreken. Soms in woorden, een andere keer uit gewoonte. Tussen mensen onderling gaat het al net zo. En soms gaan mensen hierbij over de grens van anderen. Maar niet als het aan deze directeur ligt, en daar gaat dit stukje over.

Roep maar ‘brand’

Bij zijn indiensttreding maakte hij kennis met de collega’s van het hoofdkantoor. In de kennismakingsgesprekken vernam hij dat een aantal collega’s ongepast benaderd werden door een collega (te dichtbij, aanraken van bil en borst). Er was in het verleden wel een gesprek geweest met de vertrouwenspersoon, maar het gedrag duurde voort. Op persoonlijke basis voelde niemand zich sterk genoeg om deze persoon aan te spreken of anderszins op te treden. ‘Nu goed’, sprak de directeur, ‘dit gedrag is ongepast en wil ik niet in deze organisatie, de eerst volgende keer dat het weer gebeurt vraag ik jullie om BRAND te roepen’. Mijn kamerdeur staat doorgaans open en dan kom ik onmiddellijk langs en vragen wat er gebeurd is’. Dit was voor de collega’s een goede afspraak.

En er was brand

Twee dagen daarna was er brand. De directeur snelde naar de plek des onheils en trof twee medewerkers aan, ongemakkelijk en met rode hoofden. Wat was gebeurd? Na uit- en doorvragen en checken werd duidelijk dat hij ongevraagd met zijn handen aan zijn collega had gezeten en dat dit vaker was gebeurd. De dader kreeg ontslag op staande voet en kon die middag om 16 uur de condities voor zijn ontslag bespreken (en wat als ontslaggrond aan het UWV vermeld zou worden).

Voorbeeldfunctie

‘Je begrijpt, dat was een vliegende start in mijn nieuwe baan en ik heb daar fijn gewerkt’ zei de directeur. Deze directeur realiseert wat zijn rol is (voorbeeldrol directeur), zegt waar hij voor staat (waarde) en handelt er naar (op basis van feiten).

Hoe straight bent u als OR?

Robert Delsasso