Democratie!

Met de Tweede Kamer-verkiezingen in aantocht heb ik het in mijn werk de laatste tijd extra vaak over vertegenwoordiging en representatie. Als ondernemingsraad vertegenwoordiger je de werknemers in het overleg met de ondernemer. Dat is een stevige verantwoordelijkheid! Toch hoor ik met enige regelmaat, zoals je dat in de samenleving ook vaak hoort, dat werknemers zich niet vertegenwoordigd voelen door hun OR. Daarbovenop hoor ik ook vaak dat ondernemers en bestuurders hun OR niet altijd even representatief vinden. Terwijl een stevig representatief geluid de OR juist een aantrekkelijke gesprekspartner maakt.

Representatiekwaliteit

De wet (WOR) stelt dat je als OR-lid gekozen bent zonder last of ruggespraak. Je hebt dus door je verkiezing mandaat gekregen om de werknemers te vertegenwoordigen. Nu kun je het standpunt innemen dat democratische verschoning zorgt voor een periodieke herijking van de representatiekwaliteit. Oftewel: elke verkiezingen staan voor nieuwe ronde, nieuwe kansen op daadwerkelijke en evenredige vertegenwoordiging. Maar in de werkelijkheid werkt dit mechanisme helaas maar matig. Als een OR niet representatief is, verliest hij aan draagvlak, zowel bij de achterban als bij de overlegpartners. Dit tanende draagvlak resulteert dan vaak in een lage opkomst bij de kandidaatstelling waardoor er per facto geen verschoning plaatsvindt.

Werkelijkheidsspiegel

Nee, als OR heb je de morele verplichting om er alles aan te doen om het representatieve geluid te laten horen. Wanneer vinden wij als OR dat een signaal een signaal van belang is? In hoeverre zijn wij in staat om een waardevolle werkelijkheidsspiegel te zijn waarop we voorgenomen beleid kunnen toetsen? Dit zijn vragen die een OR zich constant zou moeten afvragen.

Afwegen van belangen

Indien nodig zal een OR actief zijn representatieve geluid moeten afstemmen met zijn achterban. Dit betekent echter niet dat je je als een populist moet opstellen en de reacties uit de organisatie klakkeloos moet overnemen. Nee, vertegenwoordiging betekent dat je als OR de verantwoordelijkheid hebt om zelfstandig te besluiten welke onderwerpen prioriteit hebben en op welke manier de organieke werkelijkheid gebruikt wordt voor reflectie. Alleen dan neem je ten volle rekenschap van je verkozen verantwoordelijkheid. Vraag dus niet aan je achterban, wat vinden jullie dat wij als OR moeten doen? Maar vraag aan je achterban of ze willen reageren op voorlopige standpunten en adviezen die de OR zelfstandig heeft opgesteld. Wederom niet als een bindend referendum (we hebben in het VK gezien waar dat toe leidt..) maar als een belangrijke representatieve toets. Op deze manier onderhoud je het representatieve karakter van de OR.

Onderhoud van het representatieve karakter

Kortom, gebruik de buzz van de huidige Tweede Kamer verkiezingen eens als een inspiratie om het representatieve karakter van je OR te toetsen. Democratische verkiezingen zijn een groot goed en het is de basis voor waardevolle medezeggenschap. De werking hiervan vraagt echter om permanent onderhoud en heel veel aandacht.

Willem Hunfeld