Rinus wie? Rinus Otte
Rinus Otte is de hoogste baas van het openbaar ministerie. Zijn organisatie heeft de taak om er voor te zorgen dat wetten gehandhaafd worden en de overtreders bestraft. En nu schrijft juist deze man een boek over de onvolmaaktheid van het strafrecht. Arnon Grunberg bespreekt dit boek in de Volkskrant van 2 juli j.l. De teneur van het stuk: vertrouw nou niet te veel op het effect van straffen, en… straf zo min mogelijk! En wat kan de OR met deze wijsheid?
Reclassering
Ooit werkte ik bij de reclassering, de Sociaal Psychiatrische Werkeenheid. Een reclasseringsonderdeel speciaal voor mensen bij wie het de vraag is of wat ze gedaan hebben nu een criminele of een psychische achtergrond heeft, en vooral wat een straf/maatregel is dan hen, maar ook de samenleving helpt. Een apart ‘hoekje’ van de organisatie dus.
Van mij hoor dan ook je geen pleidooi om maar niet meer te straffen/handhaven. Wel stof tot nadenken, wat zou nou echt kunnen helpen bij een overtreding?!
Welke strafmaatregel
Regelmatig was ik bij een rechtszaak, waarin daad en schuld eigenlijk niet zo van belang waren, omdat de schuld vaak al wel vast stond. Het vinden van een juiste straf maatregel daarentegen wel! Ik heb het meerdere keren uitgesproken tegen een rechter ‘ik ben blij dat ik niet op uw stoel zit! Ik kan u adviseren wat ik zou doen of wat ik denk, maar u beslist, en vooral verantwoordt zich naar de samenleving. Als uw straf/maatregel goed uitpakt, dan hoor je niemand. Pakt het niet goed uit, dan zeker wel! En vaak worden de reacties niet al te veel gehinderd door kennis van zaken.
Achtergronden
Ik schreef voor de ernstige gevallen achtergrondrapportages. Wat opviel dat wie ik ook sprak, de onderwijzer van de lagere school, de huisarts, familie, buurtwerkers wijkagenten, heel vaak was de opmerking: ‘ik hield mijn hart vast, ik wist dat dit fout zou gaan, alleen niet waar en wanneer’.
Wat ook opviel dat al die mensen/instanties niet bij machte waren ‘iets’ te doen dat hielp.
Ooit sprak mijn regiochef de woorden ‘sinds we de doodstraf hebben afgeschaft, blijven we als samenleving met een restgroep zitten. We weten eigenlijk veel te weinig om iets te doen dat werkelijk helpt’. Mijn ervaring is dat als er een omgeving is die preventief/actief aanwezig is in iemands leven, dat kansen geeft om niet in de strafrechtelijke problemen te komen, maar helaas geen garantie.
Nu de OR
Elke ondernemingsraad en PVT heeft een rol in het handhaven van bijvoorbeeld ARBO-regels, grensoverschrijdend gedrag hoort daarbij. Ook hier is preventie van groot belang, want wachten tot het fout gaat is echte armoede, vind ik. In gesprek zijn met je collega’s over houding en gedrag is de basis voor handhaving. Als de ‘straf’ niet werkt, dan is op tijd aandacht van en voor iedereen het antwoord. En… dat is geen afvinklijstje van HR, of een poster op de gang. Dat is verantwoordelijkheid nemen door iedereen.
Doorlopende aandacht
De OR heeft daarin een eigen positie met eigen mogelijkheden. Aandacht, elke keer weer bij het artikel 24 overleg. Niet wachten op een incident, maar inzetten op preventie en verbetering van de bedrijfscultuur. Ik verwacht dat een organisatie zijn management van hoog tot laag daarin schoolt en steunt. Ik vind dat preventiemedewerker, de vertrouwenspersoon en de bedrijfsarts daar vanuit hun professionele rol aandeel/verantwoordelijkheid moeten nemen. Maar ook door alle collega’s, vanuit het simpele feit dat je collega’s van elkaar bent. Omdat het zo simpel én complex is!
Aanspreken/bespreken is kansrijker dan straffen. Garanties bestaan er helaas niet!