Bijna buurman Van Hijum

Eddy van Hijum, de nieuwe minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid woont in Laag Zuthem, een buurtdorp van mijn woonplaats Heino. Hij onderzoekt een verbod op de inzet van uitzendkrachten in de vleesverwerkende industrie. Dit naar aanleiding van een aantal gesignaleerde misstanden. De branche krijgt de kans om afspraken te maken die misstanden in de toekomst moeten voorkomen.

Percentage uitzendkrachten

Als die afspraken niet werken, wil hij zo’n verbod in laten gaan, schreef hij onlangs aan de Tweede Kamer. Bovendien wil de minister weten of het mogelijk is om bedrijven te verplichten om met een maximum percentage aan uitzendkrachten te werken en de rest in dienst te nemen. Ik moet de neiging weerstaan om niet even naar hem toe te fietsen en bij hem het volgende briefje, in haast en op hoofdlijnen geschreven. in de bus te doen.

Briefje

Geachte heer van Hijum, beste buurtgenoot Eddy,

Eens met je maar toch…

Ik ben het volledig met je eens dat je maatregelen voorstelt om malafide uitzendbureaus in diverse sectoren te weren. Ook ben ik het met je eens dat je onderzoekt om binnen bedrijven met een maximum percentage aan uitzendkrachten te gaan werken. Immers uitzendkrachten zijn voor ‘piek en ziek’. Vast werk moet – wat mij betreft – door vaste medewerkers worden gedaan. Wat ik echter in uw gedachten mis is een nadere uitwerking van de rol en positie van de vertegenwoordigende medezeggenschap (COR, OR, OC en PvT) binnen deze bedrijven. Daarnaast mis ik concrete maatregelen om sociale partners te verplichten een maximum percentage aan uitzendkrachten overeen te komen en dit percentage te (laten) handhaven. Immers in veel Cao’s is het al zo dat er een maximum percentage aan uitzendkrachten is opgenomen, maar wat gebeurt er als dit percentage wordt overschreden? De vertegenwoordigende medezeggenschap heeft weliswaar een toezichthoudende rol op het naleven van arbeidsvoorwaarden (lees Cao), maar komt eigenlijk niet verder dan ‘foei foei foei’ te roepen. Sancties ontbreken immers. Ik zou het kunnen waarderen dat in dit kader de Arbeidsinspectie een rol krijgt om te handhaven en sancties op te leggen die de bedrijven ‘pijn doen’

1x per jaar informatie

Het is een groot goed dat werkgevers volgens art. 31b lid 3 van de WOR worden verplicht om tenminste 1x per jaar aan de ondernemingsraad schriftelijke gegevens te verstrekken inzake de op grond van een uitzendovereenkomst werkzame personen. Daarbij dient hij mondeling of schriftelijk mededeling te doen over de te verwachten ontwikkelingen wat betreft het aantal op basis van een uitzendovereenkomst werkzame personen in het komend jaar. Dat is een begin, maar deze informatieverplichting moet wel ergens toe gaan leiden wat mij betreft.

WttA

Ik heb begrepen dat er een nieuwe wet in ontwikkeling is, de WttA (wet toeleiding tijdelijke arbeidskrachten).  Daarover is nu tussen veel partijen (werkgevers, vakbonden, uitzendbranche) nog volop discussie. Uitzendbureaus moeten gecertificeerd om te voldoen aan deze wet. Dat kan al per 2025 op vrijwillige basis, naar ik begrepen heb. De inzet is verder dat werkgevers alleen met gecertificeerde uitzendbureaus mogen werken. Wat mij van belang lijkt is dat in ieder geval de koppeling tussen werken voor een uitzendbureau en het hebben van goede huisvesting losgelaten wordt. Er dienen minimum standaarden voor betaalbare huisvesting te komen alsook controle daarop. Daarmee moet haast worden gemaakt. Ook hierbij zie ik een rol voor de uitzendbureaus maar ook de inlenende bedrijven alsook de Arbeidsinspectie weggelegd.

Verplicht onderdeel

Wat mij betreft dienen bovenstaande punten een verplicht onderdeel te zijn van een adviesaanvraag aan de vertegenwoordigende medezeggenschap over het groepsgewijze werven of inlenen van arbeidskrachten ten behoeve van bepaalde werkzaamheden. Voldoen aan de WttA zou een keurmerk moeten zijn in het kader van een dergelijke aanvraag. (Hetzelfde systeem als nu geldt voor het handelen volgens de bepalingen vanuit de Arbocatalogus, zo stel ik voor. Als je daar nl. aantoonbaar aan voldoet kun je niet beboet worden, toch?) Ik heb daarnaast begrepen dat de overlegpartners in het kader van deze wet werken aan een checklist waaraan uitzendbureaus dienen te voldoen.  Dat kan toch niet zo moeilijk zijn lijkt me. Goed (afgesproken) loon, tijdig uitbetalen en een goede huisvesting tegen redelijke kosten regelen, adequaat vervoer alsook een goede (korte) introductie en coaching binnen het inleenbedrijf lijken mij de belangrijkste basisvoorwaarden.

Kijkrichting

Tenslotte: je kunt op verschillende manieren naar dit vraagstuk kijken:

  • Pragmatisch: wat moet er geregeld worden om als bedrijf, vaste werknemers en uitzendkrachten goed te kunnen werken?
  • Formeel: wie moet daar dan zijn zegje over kunnen doen, wie moet gehoord worden en wat te doen met deze opvattingen?
  • Moreel: het is een kwestie van beschaving om goed voor mensen te zorgen: een samenleving toont haar beschaving in de manier waarop ze met de zwakkeren omgaat

Alle manieren zijn belangrijk, maar ik kies met name voor het laatste. Het is een kwestie van fatsoen.

Beste Eddy, dit briefje heb ik in haast, op hoofdlijnen maar vol overtuiging geschreven. Graag tot nadere toelichting bereid

Met vriendelijke groeten van je buurtgenoot,

Wim van Santbrink

Bendijksweg 9
8141 RN Heino (vlak om de hoek, de koffie staat in het weekend meestal klaar).

Wim van Santbrink